Los Terrones
Lang geleden heb ik (vrij vruchteloos) gepoogd op een middelbare school de leerlingen het wonderschone van het vak natuurkunde te laten inzien.
Ik was toen ‘beginnend leraar’ en dat ben ik ruim een half jaar gebleven, alvorens ik mijn fiets weer oppakte om de wereld verder te verkennen. In die periode waren er op die school een paar andere ‘beginnende leraren’, waaronder Adrie die even hard als ik, en zeer zeker met meer succes dan ik, poogde zijn leerlingen de wonderen van de economie bij te brengen. Hij deed dat met zo veel verve dat hij geen half jaar, maar wel 33 jaar lang beginnend leraar is gebleven. Hoewel natuurkunde en economie heel verschillende vakken zijn, konden we het goed met elkaar vinden, o.a. omdat hij net als ik een enthousiaste fietser was en is. We zijn dan ook al die jaren bevriend gebleven. Ik heb hem indertijd gepoogd over te halen met me mee op fietsreis te gaan, maar hij koos voor een normaal leven (voorzover je een leven als economie leraar ‘normaal’ kunt noemen) Hij trouwde en daarmee was de mogelijkheid om de wereld vanaf een fietszadel te bekijken min of meer verkeken.
Nu wil het toeval dat Adrie een neef heeft, Brienen, die jaren geleden is geëmigreerd naar Argentinië en in Cordoba terecht kwam. Samen met een paar vrienden heeft deze Brienen een huis in het plaatsje Tanti, 50 km ten westen van Cordoba.
Van Adrie kreeg ik Brienen’s adres en zo kwam ik na de grote afdaling vanaf de Quebrada de los Condoritos, waar ik dus alleen dat heel kleine en misschien wel heel bijzondere vogeltje heb gezien, (zie mijn vorige bericht) in Tanti terecht. Daar genoot ik een paar dagen van van de luxe, die Brienen en zijn collega-huiseigenaar Alexander en diens zoon Oscar mij boden. Helaas moest ik daar ook wachten tot het weer , dat geheel van streek was, zich weer van zijn goede zijde liet zien. Een ongeluk bij een geluk, zou je kunnen zeggen.
Op een van de dagen dat ik in Tanti verbleef werd er door Oscar, samen met Arthur, een Nederlander die daar ook op bezoek was, een enorme pizza-maaltijd samengesteld. Arthur heeft een herenkleding-zaak in Amsterdam, maar zou als pizzabakker ongetwijfeld ook hoge ogen hebben gegooid.
Er waren heel wat pizza-eters, zoals de foto laat zien, maar er werden ook veel pizza’s gebakken, zoveel zelfs dat het gezelschap het niet allemaal op kreeg, ondanks mijn poging om voor een week vooruit te eten.
Na die paar dagen rust moest er weer eens een stukje gereden worden, want Buenos Aires lag nog niet om de hoek.
Op een kaart had ik gezien dat er mooie rotsformaties te zien waren in de buurt van het gehucht Quebrada de Luna, dat ‘Kloof van de maan’ betekent. Een veel belovende naam die uitnodigde tot een omweg van ruim 100 km. Jammer was dat je het rotsgebied alleen maar onder leiding van een gids in mocht en nog jammerder (zo er een vergrotende trap van jammer bestaat) was dat het die dag niet echt mooi zonnig was, terwijl grillige rotsformaties het best tot hun recht komen bij zonnig weer.
Van Los Torrones fietste ik 13 km verder over een klimmende gravelweg naar nog een interessant rotsgebied: Ongamira, waar ik in mijn volgende bericht wat plaatjes van ga laten zien. Hieronder alvast één daarvan om de smaak te pakken te krijgen.
Tot besluit nog een extra bericht: 1, 2 en 3 maart wordt de jaarlijkse Fiets en Wandelbeurs gehouden in de Jaarbeurshallen, dat gigantische gebouwencomplex in Utrecht waar je, zelfs als ervaren wereldreiziger snel de weg kwijt raakt, ik althans wel. De eerste keer, toen ik dacht zeeën van tijd te hebben, kwam ik na veel gedwaal nog maar juist op tijd voor mijn lezing. Deze keer zal ik mij beter voorbereiden op de route door dat labyrint, want weer ga ik op vrijdag, zaterdag en zondag lezingen houden en wel over mijn tochten door Marokko. Die zullen naar alle waarschijnlijkheid rond het middaguur plaatsvinden. Mocht u die beurs gaan bezoeken, bijvoorbeeld om ideeën op te doen voor een mooie fiets- of wandeltocht, en bent u na een ochtend van shoppen langs alle honderden stands, gebukt onder vele kilogrammen folders, aan een rust toe, dan zou het te overwegen zijn om bij mij in de zaal te komen uitrusten en onderwijl wat aardige plaatjes van dat prachtige noord Afrikaanse land te komen bekijken.