Stormreis van een jonge hond
Santos Rijder Bram maakt de keuze die hij allang had moeten maken: hij gaat op pad voor een groots avontuur. Eindelijk durft hij er voor uit te komen dat hij gemaakt is voor iets groters dan datgene wat hij de laatste jaren aan het doen was. Hij heeft behoefte aan het onbekende, aan de mentale en fysieke uitdaging waarvan het onduidelijk is wat het precies zal zijn en waar het hem zal brengen. “Je brengt je leven door met afscheid nemen van degenen die vertrekken, tot je afscheid neemt van degenen die blijven.”
Bram den Hertog
Santos Travelmaster 2.6
De afgelopen maanden heb ik enorm geworsteld met mezelf en wat ik wil in de toekomst. Ik kwam tot de conclusie dat ik het leven van anderen leefde, omdat ik dacht dat bepaalde dingen nu eenmaal zo horen in het leven. De laatste tijd ben ik steeds verder van mezelf af komen te staan. Langzaam worstelde ik mezelf vast in het drijfzand van werken, eten en slapen.
Deze vogel moet vliegen en dat lukt niet in het leven dat ik tot dusver leefde. Ik heb toekomststress. Als ik doorga bij de politie, dan weet ik wat ik over een paar jaar doe. Of nou ja, ook dat weet ik niet zeker, maar ik heb het gevoel dat mijn pad ergens anders loopt. Ik denk vaak dat ik geen ambitie heb, maar het is eerder dat mijn ambitie op andere vlakken ligt dan op het gebied van werken, promotie maken en een groter huis kopen.
Het is tijd om te gaan, de weg op. Op en rond de reisfiets leef ik mijn leven. Ik ben vrij, ik leef volgens mijn ritme en eigen keuzes.
Enkeltje toekomst
Mijn enkel heeft me jarenlang weerhouden van mijn fietsdromen. De pijn was niet te harden. Midden in de nacht kon ik ontwaken en soms gilde ik het uit van de pijn. De pijn had niets te maken met het belasten ervan, soms na dagen rust had ik de ergste pijn. Behandelingen van de fysiotherapeut mochten niet baten. Ik stopte met sporten en ik verdronk in mijn appartement in Rijswijk. Ik had geen sociale kring daar en het werd steeds duidelijker dat ik geen politieagent ging worden. De drang, die eeuwige drang blijft aanhouden. Ik was depressief, ongelukkig.
Het is duidelijk dat ik iets moet veranderen. Waarom red ik het niet om gelukkig te zijn in Nederland? Die vraag spookt al jaren door mijn hoofd en langzaam wordt duidelijk waarom en het antwoord is simpeler dan ooit, maar veranderen is moeilijker dan ooit: Ik doe het verkeerde op de verkeerde plek. Eén en één is twee.
Het is duidelijk dat ik gelukkig word van in beweging zijn, van verschillende omstandigheden, van een gebrek aan druk en verwachtingen. Een mix van rust, reinheid en regelmaat tegenover avontuur en onzekerheid. De reisfiets vervult die benodigdheden. Maar shit, mijn enkel blokkeert alles. Een zoveelste onderzoek leidt uiteindelijk tot een operatie en gelukkig tot flinke vermindering van klachten. Met deze operatie komt mijn vastgeroeste leven in beweging. Er ontstaat weer hoop, een verlangen begint te groeien.
“Nu is mijn tijd. Eenvoudig gezegd, maar moeilijk gedaan. De 100 redenen om niet te gaan zijn veranderd in 1.000 redenen om wel te gaan
Ik hoor op een weg met de fiets, waar dan ook. Ik weet steeds beter dat ik moet toegeven aan het verlangen. Het leven is kort en misschien heb ik al wel te lang gewacht met het uitvoeren van mijn fietsdroom. Niemand weet hoe lang ik nog heb, wat een droom kan doen verbrijzelen. Dus nu is de tijd. Nu is mijn tijd. Eenvoudig gezegd, maar moeilijk gedaan. De 100 redenen om niet te gaan zijn veranderd in 1.000 redenen om wel te gaan. Ik overtuig mezelf met het argument dat ik nu in de volle potentie van mijn leven ben. Ik heb de energie, mijn enkel doet het weer, ik hoef niet gebonden te zijn aan werk of aan een huis.De spullen voor deze reis heb ik al. Ik heb vaker een fietstocht ondernomen. Een tijd lang had ik mijn kasten zo ingericht dat ik binnen twintig minuten vertrokken zou kunnen zijn. Zou kunnen vluchten. Nu heb ik nog vier weken vanaf het moment dat ik de deur voor onbepaalde tijd achter me dichttrek. Ruim voldoende om de paklijst te perfectioneren en vooral om te twijfelen over die extra paar dikke sokken, wel of niet een extra thermoshirt, wel of niet… In Excel houd ik nauwgezet een overzicht bij met alle spullen die ik meeneem. Met mijn zusje Ellen vul ik de paklijst op de laatste dag definitief in. Ik dicteer in welke tas ik welke spullen prop. Zo heb ik zes lijsten voor de vier zijtassen, achtertas en stuurtas. De indeling zal na een week al wel weer anders zijn, maar in ieder geval weet ik precies wat ik mee heb.
Pauline
Dan speelt er nog kwestie Pauline, welke relevant is voor het eerste stuk van deze fietstocht. Een wondermooie, vreselijk interessante vrouw kruist in de zomer van 2020 mijn pad. Met Mattijs trek ik tien dagen in zijn camperbus door Zwitserland. Op de eerste avond aan de voet van de Rigi staan we met één andere camper op een grasveld. Ik zie twee betattooëerde meiden rondom hun camper hangen.
Mattijs en ik spelen een potje schaak onder de tarp, wanneer één van het tweetal schaars gekleed een yogasessie start, vrij in het zicht. Het is te mooi, te aantrekkelijk om onze blikken af te wenden. We voelen ons weer verlegen schooljongens die we ongetwijfeld geweest zijn. Af en toe lopen de twee meiden langs ons op weg naar een wc en waterpunt. Verder dan ‘hi’ en ‘hello’ komt het niet. Een volgende keer dat ze langslopen zullen we vragen of ze een biertje mee willen drinken, besluiten we.
Nee, weer lopen ze voorbij en weer durven we niet. Dan opeens verschijnen ze achter onze camperbus. We schrikken. Ze vragen of we dadelijk op het uitkijkpunt met ze een kampvuur willen bouwen. Gretig stemmen we in.
Zo leer ik Kathrin en Pauline kennen, een Zwitserse en een Duitse. In alle gezelligheid hangen we rondom het kampvuur met in de verte de zon die zakt achter Alpenreuzen. We roosteren croissantjes en drinken wat. Wanneer de sterren fel schijnen, zoeken we onze slaapplek op. Gezamenlijk besluiten we elkaar morgen te ontmoeten op de Süstenpass.
“Het is een kwetsbaar gesprek, over onze angsten, verlangens en reislust. Zij is aan het einde van haar grote reizen en ik sta nog aan het begin
Na vanavond begrijp ik eindelijk wat oorverdovende stilte betekent. Ik voel me overweldigd, klein. Ik geef mezelf over in het moment en de omgeving neemt me in haar op. Bedremmeld vraag ik of ik Pauline mag knuffelen en zo zitten we verstrengeld op een steen. Ook de zin van het leven komt voorbij en ze leert me iets moois. We bouwen een steenman, zo’n toren van stenen die we opstapelen en ze zegt ‘voor mij is het zinvol om in dit leven een steen toe te kunnen voegen. Hoe groot of klein ook, ik ben er zeker van dat iedereen een steen heeft toe te voegen.’ Op dat moment voelt dat fijn.
We stappen van onze zitsteen en het is alsof natuurwetten niet meer gelden. Ik zweef, ik heb spaghettibenen, de tijd glijdt langs me heen. De Melkweg is betoverend en Pauline en ik zoenen elkaar, maar het voelt bijna alsof we het moment kapot maken. En dat ik telkens achter haar lippiercing blijf haken, helpt ook niet mee. Zwijgend lopen we terug naar de camperplek. Met z´n vieren besluiten we buiten te gaan slapen. De matjes spreiden we uit over een zeil, alle dekens en kussens die we hebben komen tevoorschijn en zo staren we in de lucht tot we genoeg hebben van de vallende sterren. Telkens moet ik denken aan één zin: ‘dichter bij de hemel ga ik levend echt niet komen.' Haar hoofd ligt tegen mijn schouder en ze legt haar hand in die van Kathrin. Ik doe geen oog dicht.
Het duurt een jaar voordat we elkaar weer zien en we worden grenzeloos verliefd. Als een stel pubers rijden we Frankrijk door in haar nieuwe, oude camperbus. Het leven is overzichtelijk en goed. Dat ze ver in Duitsland woont en een heel ander levenspad voor zich ziet, wordt me pas later duidelijk. Om precies te zijn, de dagen voordat ik vertrek voor Mijn Grote Tocht. Pauline weet al veel eerder dat er geen toekomst is voor haar en mij. Ik weet dat ze gelijk heeft, maar ik wil niet van mijn roze wolk afstappen. Zo komt het dat ik de dagen voor het vertrek met een knoop in mijn maag loop. Een schappelijk gebroken hart.
Vreemd genoeg besluit ik haar wel nog op te zoeken in Zuid-Frankrijk.