Impressies van een leerling gravelaar
Grinta Redacteur Luc Verdoodt was een verstokte wegfietser. Nu de gravelfiets geen hype maar een blijver blijkt te zijn, gaat hij langzaam maar zeker ook overstag. Zijn debuut was hem behoorlijk meegevallen. Nu heeft hij zichzelf een vervolg beloofd. En belofte maakt schuld.
Tekst: Luc Verdoodt - www.grinta.be
Fotografie: Luc Verdoodt
Geen idee wie het heeft beslist of hoe het historisch is gegroeid, maar in de Kempen lijkt nauwelijks de helft van de wegen geasfalteerd. Wie er af en toe passeert over de E34 of E313, weet dat natuurlijk niet. Aan 120 km/u over de snelweg vermoed je dat die regio lijkt op de rest van Vlaanderen, dat de afritten er vertakken tot een web van verharde straten. Niets is minder waar. Ik ontdekte het pas toen ik enkele weken geleden deelnam aan de Foxtown gravelride. Eens buiten de dorpskern van Vosselaar kreeg ik er eindeloze grindostrades voor de wielen. Kaarsrechte wegen, klaar voor een warm laagje beton dat er om god weet welke reden nooit is gekomen. Geen roekeloze chauffeurs, geen te smalle fietspaden, wel vrij spel voor de fietser. Mits voorzien van bredere banden, uiteraard.
Solo slim
Strada Campina? Betekent zoveel als Kempische weg? Perfect. Zonder de advertentie helemaal door te nemen, had ik de datum in mijn agenda omcirkeld. Alle plichtplegingen aan de kant, de gravelfiets die ik tijdelijk ter beschikking heb, moest dringend worden gelucht. Net als ik. Dus koers richting Turnhout.
Mijn uitje begon er jammer genoeg enigszins in mineur. Hoewel ik iets na negenen arriveerde en de inschrijvingspost nog een uurtje open zou blijven, was het er niet bepaald druk. Integendeel. Aanpikken bij een groepje zat er niet in. Vooraf had ik zowel de route van 80 als die van 130 km gedownload, maar net als in de muziek moet je nooit overdrijven met solo’s, dus koos ik voor de kortste afstand. Alleen bij de bevoorrading zou ik enkele levende zielen ontmoeten.
Ballasting
De zon had de medemens in T-shirts en shorts gehuld. De voorspelde regen hing niet in de helblauwe lucht. Ik voelde de huid in mijn nek al snel gloeien en besefte dat ik de zonnemelk thuis was vergeten. Net als een binnenband, mijn pompje, … Ik vrees de verjaardag waarop mijn vrouw me denkt te kunnen plezieren met een hip stuurtasje. Een fiets is geen verhuiswagen. Ballast is en blijft taboe, maar een minimum aan voorbereiding en voorzieningen kan nuttig zijn. Restte mij enkel te hopen op een behouden rit.
Zonevreemd
Vanaf de eerste stroken offroad was ik de muizenissen vergeten. Mijn GPS eiste alle aandacht op. Beetje jammer, maar weg van het stratenplan kan achter elk hoekje of kantje een pad liggen dat je geacht wordt te volgen. Omdat ik een belabberde piloot ben, probeerde ik de gouden regel toe te passen: kijk zo ver mogelijk vooruit. Daardoor miste ik meer dan eens een afslag. Me hier overgeven aan de groene omgeving hield immers risico’s in. Wie weet waar je belandt eens van het pad af. Wat doen Kempenaars met vreemdelingen op de dool?
Geluidjes
Hoewel ik al veel over gravel rijden had gelezen en gehoord, schoot het me pas al doende te binnen dat het werkwoord gravelen een onomatopee is. Slik de klinkers in terwijl je het uitspreekt – op z’n West-Vlaams – en je hoort het geluid van fietsbanden op grind. Een geluid, trouwens, dat ik alsmaar meer ga appreciëren. Op het asfalt keek ik al uit naar de volgende strook met kiezel en steenslag. Misschien omdat de Cross Lite waarmee ik op pad was, zich er thuis op voelt. Zonder snelheidsverlies wisselde ik effen wegdek af met gecraqueleerde ondergrond. De ongerustheid over eventuele pech onderweg, was helemaal aan het zicht onttrokken door het op waaierende stof.
Paul
Pas wanneer je geen grvl grvl grvl meer onder je hoort, moet je behoedzamer zijn, heb ik ondervonden. Kempenland is ook rijk aan mul zand. Valt het geknisper weg, dan rijd je zonder al te veel grip. Rechtdoor dender je probleemloos voort, maar in de bochten is het stof soms dusdanig opgehoopt dat zelfs 50 mm rubber aan het schuifelen gaat. Eigenlijk is zand als kasseien, je rijdt erover met de handen losjes op het stuur. De fietst leidt de dans, de fietser volgt. Tegenstribbelen maakt het alleen maar lastiger. Paul Herygers demonstreerde het ooit. In jeans, zonder gepast schoeisel, loodste hij zijn crossfiets door de duinen. Of was het de fiets die stuurde? Herygers is een kind van de streek, toeval bestaat niet.
Rolpatroon
Op een zeldzame single track hotsebotste ik op en neer. Ik had de bandendruk wat kunnen verlagen voor meer comfort. Maar wat dan op de verharde weg, stampte ik mijn kostbare energie dan niet oneconomisch in het ijle? Hoe contradictorisch het ook moge lijken, gravelen heeft iets van Formule 1. Beiden zijn sporten waarbij het materiaal een bijzonder grote impact heeft op het resultaat. De bandbreedte, de bandenspanning, het profiel, … Mijn vrouw heeft een werkbak en een boormachine. Zij klust, ik kook. Ik ben zo onhandig als een mol met gewrichtspijn. Techniek interesseert me ook geen moer. Vandaar dat autosport me nooit heeft geboeid en misschien heeft het daarom ook zo lang geduurd voor ik me gewaagd heb aan het gravel fietsen. Offroad ziet een fiets meer af. Onderhoud en poetswerk zitten wat mij betreft aan de verkeerde kant van de balans. Ik prijs me daarom gelukkig met de belt drive waarmee mijn fiets is uitgerust. Die kraakt nooit, heeft geen last van gruis of vuil en moet zelden gereinigd worden.
Open doel
Turnhout kwam net op tijd opnieuw in zicht. Het wolkendek trok dicht, dra zou het regenen. En bij de bevoorrading had ik de pot met choco onaangeroerd gelaten. Ik had er teveel snelle suikers genuttigd, die ondertussen waren verbrand. Mijn gestel vroeg om koffie en gebak, veel gebak.
Terwijl ik onmiddellijk na de aankomst gulzig een stuk vette chocoladetaart weg hapte, plofte een viertal neer aan de tafel naast. 130 km hadden ze achter de rug. Ze zagen er strak uit, met fraaie carbon fietsen. Het enige carbon aan mijn fiets zit in de aandrijfriem. Er werd trappistenbier besteld. De luim zat goed. Eén kreeg mijn fiets in de gaten. Met een toefje bierschuim boven de lip vroeg hij zich luidop af of zo’n Rohloff-naaf niet te zwaar is voor een gravelfiets. Ik zag het stuurtasje aan het aero stuur van zijn fiets. Even twijfelde ik, maar ik besloot de gemakkelijke voorzet niet binnen te trappen.