Start!
En toen was het ineens zomer. Nou ja, voor een paar dagen dan.
Trapper had gedurende de winter wel een paar keer een rondje op de Race Lite gedaan, er was weinig sneeuw of andere gladheid, maar echt racen deed hij dan niet. Meer zijn fiets uitlaten; die stond anders ook maar maandenlang te sippen in de box. Maar nu was het ineens anders. Dit was race-weer. Trapper liet alle e-mails voor wat ze waren en hees zich in zijn race-kledij. Nog wel met lange mouwen en een driekwart broek, maar geen thermo-onderlagen en vingerhandschoenen meer. Zonnetje, bijna geen wind, kan het mooier?
Dan ook maar gelijk een echte rit. 75 kilometer, de Amerongse berg over en terug over de Lekdijk en door De Wetering.
Een paar weken ervoor had hij al een besluit genomen. Vanaf nu geen racen met de hartslagmeter meer. Trapper wil fietsen voor het fietsen. Natuurlijk, het is ook trainen voor de uitdagende bergen die vast weer gaan komen, maar hij had al een poosje het vermoeden dat al die lichaamsinfo niet echt hielp. Trapper kan na al die jaren zelf wel voelen wanneer het te hard gaat, of dat er, juist een schepje bovenop kan. Op de hometrainer voegt het wel wat toe, maar buiten? Het staat het echt pret hebben op de fiets toch een beetje in de weg, dat gluren op die meters. Voor Trapper hoeft fietsen geen wetenschap te worden.
De Race Lite voelt vanaf de eerste trap weer vertrouwd als altijd. Bijzonder hoe je lichaam als ervoor gemaakt, zich na al die wintermaanden moeiteloos in de goede houding kromt, je voeten zonder te kijken vastklikken, je handen zich blindelings bovenop de remgrepen vlijen. Het is altijd weer aangenaam kennismaken met de moeiteloze versnelling, het effect van even aanzetten. De Travelmaster (daarmee maakt Trapper ’s winters de meeste kilometers) moet altijd wel echt even op gang komen en ook de mountainbike met zijn dikke rubber vliegt niet echt van zijn plek. Maar die hebben alle twee andere kwaliteiten. Juist die verschillen maakt het zo leuk. Dit is de Race Lite, Trappers renpaardje.
Vanaf het begin heeft Trapper er goed de vaart in. Hij noemt dit zijn A-rondje. Het doet dienst als een soort maat voor de conditie. Aan de eindtijd en de snelheid waarmee hij de Amerongse pukkel neemt, kan Trapper aflezen hoe het met de conditie ongeveer staat. Trapper is nog zo iemand met een schriftje. Al jarenlang wordt elke serieuze rit geadministreerd. Vraag hem niet waarom, Trapper schrijft sowieso graag veel op, zo kan hij zich in elk geval met zichzelf vergelijken.
Over de spoorwegovergang, onderaan de klim, prikt hij dezelfde versnelling als in het hoogseizoen vorig jaar. Klimmen zal hij, tot hij er bij neervalt. De dood of de gladiolen. Het wordt het laatste. Eigenlijk rijdt Trapper heel soepeltjes omhoog. Over de dijk terug richting huis zorgt een licht briesje in de rug voor vederlicht flyeren. Als hij zijn rode racer met een tevreden klopje op het stuur weer opbergt, lacht hem een heel scherpe tijd toe. Trapper is de winter goed doorgekomen.
Trapper